WEGKAPEL gewijd aan Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand, gebouwd in 1907 in neo-romaanse stijl. Het kleine gebouw is gelegen aan de rand van een weiland ten noorden van de doorgaande weg door het kerkdorp Ospel en ten zuidwesten van de Klaarstraatzijweg, een met bomen beplante landweg. Het betreft hier een verbouwing tot kapel op initiatief van pastoor H. Caris van een voormalig coöperatief melkfabriekje op handkracht ("Eendracht maakt macht") dat in 1893 was gesticht. In 1906 ging het fabriekje op in de coöperatieve stoomzuivelfabriek St. Isidorus. Wellicht werd het fabriekje ter ere van deze omwenteling tot kapel verbouwd, anderzijds wordt de stichting en wijding aan Onze Lieve Vrouw ook in verband gebracht met de hoge kindersterfte in deze tijd. De grotendeels gaaf bewaarde kapel wordt omgeven door een omheining van bakstenen pijlers waartussen eenvoudige smeedijzeren hekwerken, die vermoedelijk tijdens een restauratie in 1985 is vernieuwd.
Omschrijving
WEGKAPEL in de vorm van een rechthoekig zaalkerkje met aan de zuidzijde een vijfzijdige koorsluiting en aan de voorzijde een uitspringende entreepartij bekroond door een klokkentorentje. Het schip wordt afgedekt door een zadeldak verzonken tussen eindgevels en belegd met leien in Maasdekking. De apsis is afgesloten met een eveneens met leien belegd meerzijdig schilddak met een lagere nokhoogte. De afwatering vindt plaats via een witgeschilderde geprofileerde bakgoot op een gemetseld tandfries. De gevels zijn opgetrokken in genuanceerde baksteen in kruisverband in de voorgevel gecombineerd met details in rode profielsteen. De gecementeerde plint is langs de zijgevels versierd met gebouchardeerde ruitvormige vlakken. De zijgevels en apsis worden geleed door steunberen. De versnijdingen van de steunberen zijn evenals de hellende delen van voorgevel en klokkentorentje met hardstenen dekplaten bekleed. In het midden van de symmetrisch ingedeelde VOORGEVEL springt een torenlichaam naar voren dat zich aan de bovenzijde versmalt en uitloopt in een met rode vormsteen versierde open klokkenstoel. De klokkenstoel heeft een meerzijdige afgeknotte natuurstenen spits met smeedijzeren nokkruis. De uitspringende entreepartij wordt met een puntgevel afgesloten, voorzien van een cirkelvormig kasement afgezet met rode baksteen en bekroond met een natuurstenen topkruis. Het portiek heeft een bakstenen plint afgesloten met een hardstenen lijst en is voorzien van insnijdende en geprofileerde dagkanten met archivolten in rode profielsteen. In het houten rondboogvormige timpaan het opschrift Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand bid voor ons, Ospel 1907" geschilderd in geel-gouden belettering. De houten deur heeft hoge gekoppelde glaspanelen achter een smeedijzeren rooster. Het stoepje van het portiek is belegd met gele tegels. De LINKER ZIJGEVEL telt evenals de RECHTER ZIJGEVEL twee traveeën met rondboogvormig afgesloten vensters met gecementeerde omlijstingen en hardstenen lekdorpels. De ramen zijn gevuld met glas-in-lood en de vensteropeningen zijn voorzien van brugijzers en diefijzers. De ACHTERGEVEL springt aan beide zijden iets buiten de smallere apsis uit. De apsis heeft in elk van de vijf traveeën een smal rondboogvormig afgesloten venster. De kapel heeft een goed bewaard gebleven INTERIEUR uit het begin van de twintigste eeuw met een blauwgeschilderde, ziende houten kap en trekstangen uit muurconsoles. Onder de bewaard gebleven interieuronderdelen bevinden zich twee identieke neogotische zijaltaartjes gewijd aan St. Rochus en St. Theresia met niet oorspronkelijke heiligenbeelden. Vrijwel het gehele vloeroppervlak van de kapel wordt ingenomen door banken aan weerszijden van een met zwarte en gele tegels belegd middenpad. De banken zijn bevestigd aan houten vloeren en zijn voorzien van eenvoudige neogotische motieven. Het middengangetje wordt door houten draaihekjes aan de voorste banken afgesloten van het voorkoortje. De wanden van de kapel zijn versierd met verdoekte schilderingen die de priester-schrijver en schilder Jean Adams op de wanden aanbracht tussen 1936 en 1939.
Waardering
De WEGKAPEL in Ospel heeft cultuurhistorische en typologische waarde als bijzondere uitdrukking van een culturele en geestelijke ontwikkeling in de architectuur van wegkapellen aan het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. De kapel is een uniek voorbeeld van een tot kapel omgebouwd zuivelfabriekje, en is als zodanig op bijzondere wijze verbonden met een sociaal-economische ontwikkeling, namelijk de overgang van handmatige fabricage naar stoomkracht. De kapel heeft architectuurhistorische en typologische waarde als goed en gaaf bewaard voorbeeld van een wegkapel uit het begin van de twintigste eeuw in de vorm van een zaalkerk op kleine schaal. De kapel valt op vanwege de toegepaste sobere neo-romaanse stijl, vanwege detaillering in de voorgevel en vanwege de authentiek bewaarde interieuronderdelen uit het begin van de twintigste eeuw. De kapel heeft ensemblewaarden als functioneel en historisch onderdeel van het kerkdorp Ospel, met een herkenbare situering nabij een kruising van wegen.
Muurplaquette Waatskamp
Kapelaan Jean Adams (1936-1939) was behalve priester ook kunstenaar en schrijver. Hij streefde sterk naar de culturele verheffing van Ospel en organiseerde in het voormalige Mariahuis de eerste kunsttentoonstelling van eigen werk. Het Madonnareliëf, uitgevoerd in keramiek, in de voorgevel van het Mariahuis is een blijvende herinnering aan zijn werk in Ospel. Bron: |