Esch  

Achtergrond muziek :Maria te minnen van Kamerkoor BonTon o.l.v. Paul van Gulick


 

Mariakapel aan de Heikant te Esch              Door: Nettie v.d. Langenberg-Scheepers

 Op een plaats waar drie landelijke wegen elkaar kruisen, is in 1954 een Mariakapel gebouwd. De Essche gemeenschap bouwde de kapel, toegewijd aan Maria Koningin, als een getuigenis van godsdienstzin en Marialiefde. Nu, vijftig jaar later blijkt dat de Mariaverering nog altijd leeft. Men kan deze kapel niet passeren of er branden kaarsen. Eenmaal per jaar, rond het feest van Maria Tenhemelopneming (15 augustus) wordt er, in aanwezigheid van het gilde, een H. Mis opgedragen in de open lucht. De gemeente Haaren heeft in 1997 de kapel op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst.

 Dogmaverklaring van de Onbevlekte Ontvangenis.

In het jaar 1954 vierde de kerk het eerste eeuwfeest van de dogmaverklaring van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria. In verband met dit Mariajaar ontstond in de parochie van Esch een plan om ter ere van O.L. Vrouw een veldkapel te bouwen. Pastoor Hens was de initiatiefnemer en zijn voorstel werd enthousiast ontvangen door de Essche bevolking. Men wilde de kapel bouwen op de plek waar Heikant, Smaldijkje en Koningsweg samenkomen. De drietip was beplant met Amerikaanse eiken. De eigenaar van deze grond was een zekere Couwenberg uit Haaren. Na overleg met het kerkbestuur was deze bereid om het perceel in eigendom af te staan, indien het kerkbestuur de zeventien bomen van hem wilde kopen voor een gemiddelde prijs van f. 50,- per stuk. Het kerkbestuur vroeg aan bisschop Mutsaerts verlof voor het bouwen van de kapel en de aankoop van de bomen. Op 30 juli 1954 gaf de bisschop zijn fiat. Het kerkbestuur en pastoor Hens lieten er geen gras over groeien: in september was de goedkeuring van bouw-, woning-, en welstandstoezicht al binnen. Op acht september, feestdag van Maria Geboorte, zette pastoor Hens de eerste spade in de grond en werd er met de bouw begonnen. Dat er stevig doorgewerkt werd blijkt uit de rubriek “Terloops” van het Brabants Centrum 8 oktober 1954: “In Esch houden ze niet van talmen naar het schijnt, want konden we enkele weken geleden berichten, dat voor de bouw van een Mariakapel de eerste spade in de grond was gezet, thans kunnen we al schrijven, dat deze herinnering-in-steen aan het Maria-Jaar er bijna staat. Men blijft met man en macht  aan de slag, opdat zeer binnenkort reeds de inzegening kan plaats hebben”.

 De bouw van de kapel.

Architect P. Drijvers uit Oisterwijk  ontwierp het schetsplan voor de veldkapel. Tevens maakte hij een beschrijving voor de uitvoering van het werk. De bouwkosten werden door hem geraamd op f. 4300,-. Pastoor Hens ging er echter vanuit dat de geraamde kosten aanmerkelijk lager uit zouden vallen daar hij al diverse toezeggingen had ontvangen van Essche mensen die verschillende werkzaamheden “pro Deo et Maria”

wilden verrichten.

De kapel is zowel binnen als buiten opgetrokken in handvormstenen. Het zadeldak is gedekt met pannen; de topgevel is doorgemetseld en eindigt in een klokkenstoel met luias en klokje. Voor de vloer werden hardgebakken plavuizen en handvormtegels gebruikt. In de kapel werden vier glas-in-loodramen aangebracht in rondboogvensters. De gebrandschilderde ramen werden ontworpen door Toon Merkelbach uit Oisterwijk. Kunstsmidse “De Genster” van Jan Koldeweij uit Helvoirt maakte een ontwerp voor het siersmeedwerk van het toegangshek en het kaarsenrek. Deze werden door broers Ties en Thijn van Schijndel uit Esch volgens dit ontwerp uitgevoerd. De smeedijzeren bekroning van de klokkenstoel en de letters aan de voorkant van de kapel werden door ”De Genster” ontworpen én vervaardigd. Het metselwerk werd vrijwel volledig uitgevoerd door K. Liket geassisteerd door P. van Eijndhoven, het timmerwerk door L. van Liempt, het schilderwerk door de firma van Vught, de aanplanting door de firma de Greeff, terwijl door tal van personen werkzaamheden verricht werden in allerlei vormen zoals graafwerk, aanvoer van zand en ander materiaal, het zagen van hout, het effenen van het terrein, het rooien en snoeien van bomen enz. Het benodigde hout, inlandse eik, werd beschikbaar gesteld door Beukenhorst en Eikenhorst. De inzet van veel vrijwilligers, de vrijgevigheid van Essche parochianen en giften van buitenaf, hebben het mogelijk gemaakt dat de kapel gerealiseerd kon worden.

 Inzegening op zondag 12 december

Na het lof van half drie werd het eikenhouten Mariabeeld ( uit de 18de eeuw)in de kerk gezegend door pastoor Hens. Pater Daniël  O.F.M.Cap., die in het voorafgaande weekeinde het voorbereidend triduüm voor de Essche feestdag had geleid, assisteerde hem. Na deze plechtigheid trok men in processie langs de Groenweg en het Smaldijkje naar de kapel. Voorop gingen de schoolkinderen onder geleide van de onderwijzers, gevolgd door misdienaars met kruis en licht. Daarbij sloten koorzangers aan en achter hen meisjes met bloemen en vier meisjes die het Mariabeeld droegen. Misdienaars met wijwater en kwast voegden zich dan in de processie. Aansluitend pastoor Hens met assistenten, Witte Paters, zusters van Sint- Jozefzorg, Witte Zusters en genodigden. Onder de genodigden bevond zich de burgemeester van Esch de heer Kamerbeek. Tenslotte volgden de fanfare en de parochianen, die ondanks het slechte weer, massaal aanwezig waren.

Nadat pastoor Hens de kapel ingezegend had, plaatste hij het Mariabeeld op de stenen console in de kapel. Na de plechtigheid dankte hij iedereen die aan de totstandkoming van de kapel had bijgedragen. Hierna keerde iedereen, kleumend van de kou en onder paraplu’ s verscholen, weer huiswaarts.

 Interieur van de Mariae Reginae kapel

Als je de kapel binnenkomt zie je op het eerste raampje links Maria uitgebeeld als Moeder van God. In dat raampje moet vroeger ook het jaartal 431 hebben gestaan, ter herinnering aan het concilie van Efese (431) dat aan Maria de titel “Moeder van God toekende. Maar toen het raampje na een vernieling werd hersteld, is dat jaartal niet teruggekomen. Het tweede raampje links stelt Maria voor met het onderschrift “Maagd der Maagden”. Daarbij staat het jaartal 680 (concilie van Constantinopel). Het raampje vooraan rechts beeldt Maria uit als Onbevlekte Ontvangene, met daarbij het jaartal 1854. Het vierde raampje heeft het jaartal 1950, omdat de paus op 1 november van dat jaar plechtig verklaarde dat Maria met ziel en lichaam ten hemel is opgenomen.

In 1983 heeft mevrouw Kat- van Hulten  muurschilderingen in de kapel aangebracht. Aan de ene kant is de engel Gabriël afgebeeld die, geknield, de maagd Maria de boodschap van haar zwangerschap komt brengen. Op de andere zijmuur staat Jozef naast Maria, die met haar kind op een ezeltje zit, voorstellend de vlucht naar Egypte.

Het oorspronkelijke antieke Mariabeeld, uitgevoerd in eikenhout en gekocht bij het antiquariaat Peters in Tilburg, werd in 1973 gestolen. Dit beeld werd vervangen door een gipsen beeld, voorstellend Maria Onbevlekt Ontvangen. Op vrijdag 28 oktober 1994 werd ook dit beeld weggehaald en op de, iets verder gelegen, spoorlijn gelegd, waar het door een passerende trein aan gruzelementen is gereden. Op zaterdag 4 februari 1995 is een nieuw Mariabeeld, afkomstig uit Kevelaar en geschonken door een parochiaan, in de kapel geplaatst. Het beeld werd beveiligd en bevindt zich thans nog in de kapel.

 “Voor altaar en haard”

De kapel, gebouwd in 1954, raakte in latere jaren min of meer in een staat van verwaarlozing. Gelukkig nam in mei 1973 het gilde van St. Willebrordus –

“De Schuts”- uit Esch in de geest van het oude gilde-devies, voor altaar en haard,

het beschermheerschap van de Mariakapel op zich. Onder leiding van de hoofdman werd er aan dat beschermheerschap gewerkt: onkruid werd opgeruimd, nieuw zand aangereden, de toegang verhard, nieuwe planten aangepoot, verwaaide dakpannen gerestaureerd, de verflaag vernieuwd en oude stoelen door nieuwe banken vervangen. Ook werden de glas-in-loodramen hersteld. Grard Pijenburg hield vaak een oogje in het zeil en ijverde, tot aan zijn overlijden op 10 maart 1996, jarenlang voor de kapel.

Mevrouw Miet Verstijnen- van Gerven nam bijna 25 jaar de interieurverzorging van de kapel op zich. In juli 1993 nam mevrouw Truus Verhoeven- Schoones deze taak over. Zij werd daarbij geholpen door Zus van der Struijk- van der Linde (overleden 19 mei 1997). Na haar namen verschillende dames van het gilde de verzorging van de kapel op zich. Tot op heden doen zij dit werk met veel zorg en toewijding. Dankzij hun inzet vindt menigeen in deze oase van stilte rust ter ere van Maria en zijn eigen welzijn.

 Bron:   Archief van de H. Willibrordus-parochie.  “Mariakapelletje aan de Heikant”.